American Hairless Terriër

Algemeen voorkomen

De Amerikaanse haarloze terriër is een goed gespierde, actieve, kleine tot middelgrote terriër.

Bij voorkeur is de romplengte (van boeggewricht tot zitbeenknobbel) ten opzichte van de hoogte (schoft tot de grond) 10:9.

Het hoofd is breed, licht gewelfd, wigvormig en evenredig aan de grootte van het lichaam.

Oren zij V-vormig, bevinden zich aan de buitenrand van de schedel, kunnen zowel rechtop, tipoor of knopoor zijn.

De haarloze soort heeft een natuurlijke staart die in opwaartse curve wordt gedragen.

Bij de behaarde soort wordt de staart gecoupeerd.

De Amerikaanse haarloze terriër komt voor in verschillende huidkleuren en patronen (haarloze soort) en vachtkleuren en patronen (behaarde soort).

Diskwalificatie: Een hond met korte poten waarvan de afmetingen sterk verschillen van de 10:9 verhouding mist rastype en moet worden gediskwalificeerd.

Oren zij V-vormig, bevinden zich aan de buitenrand van de schedel, kunnen zowel rechtop, tipoor of knopoor zijn.

De haarloze soort heeft een natuurlijke staart die in opwaartse curve wordt gedragen.

Bij de behaarde soort wordt de staart gecoupeerd.

 

Vacht

Haarloze variëteit: De pups worden geboren met een zacht aanvoelende onontwikkelde donsvacht. Deze verdwijnt geleidelijk waardoor de pups op een leeftijd van zes tot acht weken volledig haarloos zijn. Een volwassen Amerikaanse haarloze terriër is volledig vrij van haar, met uitzondering van snorharen, een dunne baard oftewel whiskers en wenkbrauwen. Er kunnen korte, zeer fijne haren aanwezig zijn op het lichaam van een volwassen hond, deze zijn bijna niet zichtbaar. De huid is glad en voelt warm aan. De haarloze variëteit kan zweten wanneer ze oververhit of gestrest zijn, maar dit mag niet beoordeeld worden in de ring.

Behaarde variëteit: De vacht is kort, dicht en glad met een glans. Snorharen worden niet verwijderd.

Serieuze fouten: Haarloze variëteit: haar dat langer dan 1 mm is bij een hond ouder dan zes maanden.

Diskwalificatie: Ruwharige of lange vacht.

Kleur

Haarloze variëteit: Elke huidskleur wordt aanvaard. De huid is meestal tweekleurig met een onderliggende huidskleur en sproeten of vlekken van de contrasterende kleur. De vlekken worden groter naargelang de hond ouder wordt en zullen donkerder zijn bij blootstelling aan de zon.

Behaarde variëteit: De behaarde variëteit mag volledig wit, tweekleurig of driekleurig zijn, sable of gestroomd maar er moet altijd een beetje wit willekeurig aanwezig zijn op eender welke plaats op de hond. De witte vlek mag ticking bevatten, zolang het wit maar overheerst. De overige toegelaten kleuren zijn: zwart, tan (variërend van donker bruin tot zeer licht geelbruin en van intens donker mahonie rood tot licht rood met zwarte neus en oogranden), chocolade (variërend van donker tot licht lever chocolade met overeenkomende kleur van neus en oogranden), blauw en blauw fawn (met overeenkomende kleur van neus en oogranden) abrikoos (variërend van oranje tot geel met zwart vervaagde neus en oogranden) en citroen (variërend van oranje tot gebleekt geel met overeenkomende kleur van neus en oogranden).

Fouten: Behaarde variëteit: fawn (licht geel tan met overeenkomende kleur van neus), crème (licht geel tot gebroken wit), een bleekgele kleur met zwart masker en zilver (de extreme verdunning van blauw).

Diskwalificatie: Behaard variëteit: Merle, ontbreken van wit, alle eenkleurig vachten buiten wit.

Beide variëteiten: albinisme

Haarloze variëteit: Elke huidskleur wordt aanvaard. De huid is meestal tweekleurig met een onderliggende huidskleur en sproeten of vlekken van de contrasterende kleur. De vlekken worden groter naargelang de hond ouder wordt en zullen donkerder zijn bij blootstelling aan de zon.

Behaarde variëteit: De behaarde variëteit mag volledig wit, tweekleurig of driekleurig zijn, sable of gestroomd maar er moet altijd een beetje wit willekeurig aanwezig zijn op eender welke plaats op de hond. De witte vlek mag ticking bevatten, zolang het wit maar overheerst. De overige toegelaten kleuren zijn: zwart, tan (variërend van donker bruin tot zeer licht geelbruin en van intens donker mahonie rood tot licht rood met zwarte neus en oogranden), chocolade (variërend van donker tot licht lever chocolade met overeenkomende kleur van neus en oogranden), blauw en blauw fawn (met overeenkomende kleur van neus en oogranden) abrikoos (variërend van oranje tot geel met zwart vervaagde neus en oogranden) en citroen (variërend van oranje tot gebleekt geel met overeenkomende kleur van neus en oogranden).

Fouten: Behaarde variëteit: fawn (licht geel tan met overeenkomende kleur van neus), crème (licht geel tot gebroken wit), een bleekgele kleur met zwart masker en zilver (de extreme verdunning van blauw).

Diskwalificatie: Behaard variëteit: Merle, ontbreken van wit, alle eenkleurig vachten buiten wit.

Beide variëteiten: albinisme

Grootte en gewicht

Schofthoogte: 18-45 cm

Fouten: Hoogte hoger of lager dan de toegestane schofthoogte, obesitas.

Gangwerk

De Amerikaanse haarloze terriër beweegt zich

voort met een vrolijk gangwerk dat behendigheid,

snelheid en kracht suggereert.

Het gangwerk is soepel en vlot,

met goed bereik van de voorvoeten,zonder enig spoor van hackney gangwerk.

De achterhand heeft een sterk voortdrijvingsmechanisme.

Bekeken vanuit elke positie draaien de benen noch naar binnen,

noch naar buiten. De voeten kruisen niet met elkaar.

Als de snelheid toeneemt, neigen de poten éénsporig te gaan.

Diskwalificaties

Beide testikels moeten ingedaald zijn. Kwaadaardigheid of extreme verlegenheid. Doofheid aan één of beide oren. Een kortbenig hond waarvan de verhoudingen sterk afwijken van de 10:9 verhouding. Hangende oren. Stompstaart. Ruwharig of langharig. Albinisme. Merle.

Vertaling van de officiële UKC standaard: www.ahta.com

http://www.ukcdogs.com/WebSite.nsf/Breeds/AmericanHairlessTerrier

 
 

Geschiedenis van het ras

De American Hairless Terriër is een hondenras dat afkomstig is uit de Verenigde Staten. Het ras stamt af van de Rat Terriër. Uit een spontane mutatie in een nestje Rat terriërs in 1972 werd er een naakte dame geboren. De fokkers wisten niet wat ze met deze hond met roze huid en vlekken moesten doen en schonken haar aan mr Scott. Hij noemde haar Josephine en het hele gezin werd helemaal verliefd op haar lieve en slimme karakter. Hij besefte in eerste instantie niet wat er was gebeurd maar kwam er samen met specialisten door een fokprogramma erachter dat haar nakomelingen net als haar naar een paar weken spontaan hun haren verloren. Hij fokte met deze haarloze terriërs om meer van deze haarloze soort te produceren. In het begin werden ze ook gewoon haarloze Rat terriërs genoemd.

In 2016 werd de American Hairless Terriër officieel erkend door de AKC.

Omdat er nog steeds een heel kleine genenpool is, word de Rat terriër ook nog steeds ingezet om de American Hairless gen sterk en gezond te houden. Hierdoor worden ook soms AHT’s geboren meer haar, deze worden coated AHT’s genoemd.

De American Hairless Terriër heeft veel van de kenmerken van zijn Rat Terriër afstammelingen behouden. De Rat terriër, ontwikkeld in het begin van de 19de eeuw, werd gebruikt als rattenverdelger en kregen de bijnaam “Feist” vanwege hun pittige temperament.

De American Hairless Terriër is dus ook een grote persoonlijkheid in een klein lichaampje, ze zijn erg energiek en pittig maar ook erg aanhankelijk. Ze werken graag voor je, niks is ze te dol en je moet duidelijk zijn met je grenzen.

Zoals de meeste terriërs kunnen ze alert blaffen en goede waakhonden zijn, ook al hebben ze hun grootte niet mee en hebben ze een speels karakter.

In 2019 is er een nationale erkenning vanuit de Raad van Beheer. Dit is belangrijk omdat er door de fokkers van dit bijzondere ras het nu mogelijk is de AHT zo gezond mogelijk te houden.

Nu kan er met Nederlandse afstammingsbewijzen gewerkt worden en word de genenpool een stuk overzichtelijker doordat DNA-controles worden vastgelegd en de gezondheidsuitslagen in de database van de Raad van Beheer worden opgenomen.

De rasstandaard van de American Hairless Terriër

Kenmerken

De Amerikaanse haarloze terriër is een energieke, alerte hond die door zijn nieuwsgierigheid en intelligentie gemakkelijk te trainen is. De voorouders van dit ras werden gefokt om te jagen. Het gebrek aan vacht maakt dit haarloze ras niet geschikt voor de jacht, maar beide soorten hebben nog steeds een sterk jachtinstinct en de behaarde honden zijn onbevreesde en vasthoudende jagers met schijnbaar onbeperkte energie.

De Amerikaanse haarloze terriër is een buitengewoon vriendelijke metgezel en hij kan goed opschieten met kinderen, andere honden en zelfs katten.

De Amerikaanse haarloze terriër geniet enorm enthousiast van menselijk gezelschap en past zich snel aan de levensstijl van het gezin aan. De haarloze honden hebben bescherming nodig tegen de zon en de kou in de winter.

Hoofd

Het hoofd is in verhouding met de grootte van het lichaam. Wanneer van de zijkant gezien, is de schedel en de snuit van gelijke lengte, verbonden door een matige stop. Gezien vanaf de voorkant en de zijkant heeft het hoofd van de Amerikaanse haarloze terriër een stompe wigvorm.

Fouten: Een abrupte stop.

Schedel

De schedel is breed en licht gewelfd. Hij versmalt iets naar de snuit toe.

De kaken zijn krachtig met goed gespierde wangen.

Fouten: Een appel hoofd.

Neus

De neus is zwart of heeft de kleur van de huid.

Fouten: Een dudley of vlinderneus.

Snuit

De snuit is breed onder de ogen, fijn besneden en versmalt enigszins van de stop tot de neus. De kaken zijn krachtig en scharnieren goed terug waardoor de hond zijn mond ver genoeg kan openen om een rat of ander knaagdier te kunnen vangen. De lippen zijn droog, strak en sluiten goed aan. Het lip pigment komt overeen met het neus pigment.

Fouten: Een spitse snuit.

Gebit

De Amerikaanse haarloze terriër heeft een compleet gebit. Een schaargebit heeft de voorkeur maar een tanggebit is ook aanvaardbaar.

Fouten: Ontbreken van tanden, ondervoorbijten.

Ogen

De ogen zijn rond, van gematigde grote en met een alerte uitdrukking. De oogleden moeten dezelfde kleur hebben als het neuspigment. De ogen mogen elke kleur hebben.

Fouten: Uitpuilende, diepliggende ogen. Gevlekte ogen en 2 verschillende ogen.

Oren

Oren zij V-vormig en bevinden zich aan de buitenrand van de schedel.

Rechtopstaande oren hebben de voorkeur, maar tip- of knoporen zijn ook toegestaan.

Twee dezelfde oren krijgen sterk de voorkeur.

Twee verschillende oorstanden moeten beoordeeld worden naargelang de graad van variatie tussen de oren.

Opmerking: de oorstand mag variëren tot een hond volwassen is.

Honden jonger dan een jaar oud mogen niet beoordeeld worden voor variaties in de oorstand.

Fouten: Rechtstaande oren met de zijkanten naar binnen gevouwen die de vorm van een tulpblad aannemen,  rozenoren, vliegend oor, niet-overeenkomende oorstanden.

Diskwalificatie: Hangende oren.

Nek

De hals is schoon, matig lang, goed gespierd, licht gebogen en versmalt enigszins van de schouders naar het hoofd toe. De hals past naadloos in de goed naar achter liggende schouders.

Voorhand

De schouders zijn goed gespierd.

De schouderbladen liggen goed naar achter

met de bovenste uiteinden dicht bij elkaar op de schoft.

De bovenarm lijkt even lang te zijn als het schouderblad

en vormt hiermee een rechte hoek.

De ellebogen liggen dicht tegen het lichaam.

Vanuit elke hoek bekeken zijn de voorbenen recht,

sterk en stevig in het bot.

De polsen zijn sterk, kort en bijna verticaal.

Lichaam

Een Amerikaanse haarloze terriër die goed in verhouding is, is iets langer (van boeggewricht tot zitbeenknobbel) dan hoog (van schoft tot de grond). De lengte van het voorste been (gemeten vanaf het punt van de elleboog tot de grond) moet ongeveer gelijk zijn aan de helft van de hoogte van de hond. Zowel als de hond stilstaat als in beweging is, moet de lijn van de rug sterk en recht zijn. De lendenen zijn matig kort, licht gebogen en goed gespierd met een matige tuck-up (de naar de flanken oplopende onderbelijning van de borstkas). Het kruis is licht aflopend.

De ribben liggen goed naar achteren en zijn goed gevormd vanuit de wervelkolom. De ribben vormen een brede, sterke rug en richten zich naar beneden en naar binnen om daar een mooi diep lichaam te ontwikkelen.

De borstkas strekt zich uit tot of net onder de elleboog. Gezien vanaf de voorzijde is de borst tussen de voorbenen goed gevuld en van gemiddelde breedte. Vanaf de zijkant gezien strekt de voorborst zich in een ondiepe ovale vorm voor de voorbenen.

Achterhand

De achterhand is gespierd en de lengte van de bovenste en onderste dijen zijn ongeveer gelijk.

De hoeking van de achterhand is in evenwicht met de hoeking

van de voorhand. De knieën zijn goed gebogen

en de hakken liggen dicht bij de grond.

Als de hond staat, staan de stevige achter middenvoeten loodrecht op de grond en van de achterzijde gezien evenwijdig aan elkaar.

Voeten

De voeten zijn compact en licht ovaal van vorm.

De twee middelste tenen zijn iets langer dan de andere tenen.

De tenen mogen ruimte onderling vertonen maar mogen niet ver uiteen gespreid zijn.

De voorste Hubertus klauwen mogen verwijderd worden.

De achterste Hubertus klauwen moeten verwijderd worden.

Fouten: Platte voeten, spreidtenen, achterste Hubertus klauwen aanwezig.

Staart

De staart is aangezet op het einde van het kruis. De natuurlijke staart is dik aan de basis en versmalt naar de punt toe. Als de hond alert is, wordt de staart in een opwaartse curve gedragen. Als de hond ontspannen is, mag de staart recht naar achteren gedragen worden. De staart van de behaarde rashonden mogen gecoupeerd worden, als dit gebeurt moet de staart gecoupeerd zijn tussen de tweede en derde wervel van de staart.

Fouten: Ringstaart, gebogen staart.

Diskwalificatie: Stompstaart

 

 
 
 
 
 
 
 
 
 ,